Van turen naar sturen, hoe data grip geeft op stedelijke logistiek
Beleid maken zonder goed zicht op wat er daadwerkelijk gebeurt, blijft giswerk. Zeker in stedelijke logistiek, waar vrachtwagens en bestelbussen dagelijks door woonwijken, binnensteden en bedrijventerreinen bewegen. Gemeenten staan voor lastige keuzes. Wie raakt een maatregel. Helpt deze echt. En staat de impact in verhouding tot het doel.
Vijf gemeenten, Amsterdam, Den Haag, Rotterdam, Utrecht en Zwolle, liepen tegen dezelfde vragen aan. Voordat zij nieuw beleid invoeren, zoals venstertijden of toegangsregels voor zero emissiezones, wilden zij eerst begrijpen hoe logistieke stromen er in de praktijk uitzien. Die gezamenlijke vraag vormde de basis voor een proof of concept binnen het DMI ecosysteem.
Waarom inzicht onmisbaar is
Volgens Kevin Otjes, smart city adviseur en mede eigenaar van Analyze, begint goed beleid bij weten wie je raakt. “Gemeenten willen geen regels maken op onderbuikgevoel. Je wilt weten wie er rijdt, waar voertuigen vandaan komen, wat ze vervoeren en of schoner beleid ook echt effect heeft. Maar die informatie zit verspreid over verschillende databronnen.”
Dat herkenbare spanningsveld is ook zichtbaar in Alphen aan den Rijn en andere gemeenten die werken aan slimme stadslogistiek. Vormers maken beleid, maar bestellers en brengers ervaren dagelijks de gevolgen. Zonder gedeeld inzicht ontstaat al snel weerstand in plaats van samenwerking.
Drie databronnen, elk met beperkingen
In het project werden drie typen data gecombineerd. CBS data via VESDI biedt context over vrachtwagenritten, herkomst, bestemming en lading. Een waardevolle basis, maar zonder bestelbusdata en zonder volledige dekking. ANPR data, afkomstig van camera’s in de stad, levert juist volledige tellingen van voertuigen, maar alleen op specifieke locaties. Het geeft aantallen, geen verhaal.
Daarom werd een derde bron toegevoegd. Floating car data van Bridgestone Mobility Solutions, afkomstig uit boordcomputers van voertuigen. Deze data laat routes, stops en laad en loslocaties zien, ook dieper in de stad waar geen camera’s staan. De keerzijde is de dekkingsgraad. Op dit moment gaat het om een beperkt deel van het totale verkeer.
Door deze bronnen te combineren in een digital twin vullen ze elkaar aan. ANPR geeft harde aantallen, CBS data voegt context toe en floating car data maakt bewegingen zichtbaar. Samen leveren ze een realistischer beeld dan elke bron afzonderlijk.
Van informatie naar handelingsperspectief
Data alleen is niet genoeg. Dat merkte ook DMI. Te veel kaartlagen maken het snel onoverzichtelijk. Daarom werd gekozen voor een viewer met een kaartverhaal, een vorm van storytelling die gebruikers stap voor stap meeneemt door de inzichten.
Volgens datavisualisatie expert Ida Poortinga zit daar de echte winst. “Gemeenten gaven aan dat dit hen helpt om van kijken naar handelen te gaan. Niet alleen zien wat er gebeurt, maar ook begrijpen waarom. Dat maakt de stap van tuurinformatie naar stuurinformatie.”
Voor Logistiek0172 is dat een belangrijk inzicht. Slimme stadslogistiek draait niet om meer regels, maar om betere keuzes. En die keuzes vragen om gedeeld begrip tussen overheid en markt.
Wat betekent dit voor ondernemers
Ook voor bestellers en brengers is dit relevant. Door inzicht in logistieke stromen wordt duidelijk waar knelpunten ontstaan, waar bundeling mogelijk is en waar hubs of overslagpunten logisch zijn. Het maakt zichtbaar welke sectoren relatief eenvoudig kunnen elektrificeren en waar maatwerk nodig blijft.
Tegelijk is dit geen wondermiddel. De kwaliteit van besluiten blijft afhankelijk van de kwaliteit en dekking van data. Die groeit, onder meer door landelijke trajecten zoals de aanbesteding ROMO 2, maar vraagt ook om realistische verwachtingen en zorgvuldige interpretatie.
Breder dan logistiek alleen
De toepassingen reiken verder dan mobiliteit. In gebiedsontwikkeling kan inzicht in bevoorradingsprofielen helpen bij het ontwerp van nieuwe wijken en voorzieningen. Niet achteraf repareren, maar logistiek vanaf het begin meenemen. Dat sluit aan bij de ambitie om steden niet alleen schoner, maar ook leefbaarder en voorspelbaarder te maken.
Slim sturen vraagt samenwerking
Dit praktijkvoorbeeld laat zien wat mogelijk is als data wordt gedeeld en slim gecombineerd. Maar het laat ook zien wat nog nodig is. Meer standaardisatie, betere dekking en vooral samenwerking tussen vormers, bestellers en brengers.
Wie beleid wil maken dat werkt, kan niet zonder inzicht. En wie wil ondernemen in een veranderende stad, heeft baat bij voorspelbaar en uitlegbaar beleid. Data is daarin geen doel, maar een middel. Pas als informatie leidt tot handelingsperspectief, ontstaat echte slimme stadslogistiek.
Bron: DMI



