Slimme bouwlogistiek in de stad: wat Nederlandse gemeenten kunnen leren van Europa
In veel Nederlandse steden zorgt bouwverkeer bij grote gebiedsontwikkelingen voor extra druk op bereikbaarheid, veiligheid, leefbaarheid en het milieu. Tegelijkertijd groeit de urgentie om bouwlogistiek slimmer te organiseren: niet alleen vanwege de stikstofproblematiek, maar ook door de ambitie om steden emissievrij én toekomstbestendig te maken.
Een recente studie van Topsector Logistiek laat zien hoe het anders kan. Vier Europese steden – Berlijn, Londen, Wenen en Stockholm – laten zien dat sturing op bouwlogistiek loont. Minder ritten, minder emissies en meer grip op de logistieke processen rondom bouwprojecten.
50% minder ritten én minder stikstof
Goede bouwlogistieke maatregelen kunnen volgens onderzoek de helft van het vrachtverkeer en de bijbehorende emissies schelen. Daarmee is slimme bouwlogistiek niet alleen een kans voor klimaat en bereikbaarheid, maar ook een concrete oplossing voor steden die worstelen met stikstofregels. De recente uitspraak van de Raad van State (december 2024) over natuurvergunningen maakt die urgentie nog groter: veel bouwprojecten moeten aanvullende maatregelen nemen, waaronder emissiebeperkende logistiek.
Wat doen Europese steden anders?
De studie zoomt in op vier succesvolle voorbeelden:
Berlijn (Potsdamer Platz)
Richtte samen met Deutsche Bahn en ontwikkelaars een centrale logistieke organisatie op die alle bouwverkeer coördineerde. Logistieke eisen werden al vastgelegd in de koopovereenkomst.Londen (King’s Cross)
Hoewel de gemeente geen grondeigenaar was, werd via vergunningen en de CLOCS-veiligheidsstandaard toch grip gehouden op de bouwlogistiek. Een bewijs dat ook zonder grondpositie sturing mogelijk is.Wenen (Seestadt Aspern)
Legde via milieueffectanalyses concrete beperkingen op, zoals een maximumaantal ritten per dag. De centrale organisatie (BLUM) werd bekostigd door een bijdrage per vierkante meter van ontwikkelaars.Stockholm (Royal Seaport)
Ging het verst in sturing met een stedelijk milieuprogramma, verplichte logistieke routes via een bouwlogistiek centrum, en hergebruik van materialen via een massaconsolidatiecentrum.
Wat kunnen Nederlandse gemeenten hiermee?
De belangrijkste lessen uit het onderzoek:
Gebruik je grondeigendom als hefboom
Gemeenten die gronden uitgeven (zoals Rotterdam bij Rijnhaven) kunnen bouwlogistieke eisen opnemen in de grondverkoop.Begin op tijd
Bouwlogistiek hoort al in de planfase thuis, niet pas bij de uitvoering.Richt een centrale organisatie in
Drie van de vier steden kozen voor een coördinatiepunt waar alle bouwverkeer samenkomt. Dat maakt het proces beheersbaar en financierbaar.Borg het in beleid en vergunningen
Maak bouwlogistieke eisen onderdeel van het formele instrumentarium: bestemmingsplannen, vergunningen, milieu- en duurzaamheidsprogramma’s.Pak je rol als platform
Gemeenten zijn bij uitstek geschikt om alle partijen – van ontwikkelaar tot vervoerder – aan tafel te brengen en samenwerking te faciliteren.
Van goede intenties naar structurele aanpak
Ook in Nederland zijn al de nodige initiatieven gestart. Gemeenten als Amsterdam, Rotterdam en Den Haag experimenteren met hubs, BLVC-plannen en bouwlogistiek via water. De Europese voorbeelden bieden nu een kans om dat te verdiepen: via duidelijke sturing, betere afstemming en structurele borging.
Geen nice-to-have, maar een must-have
De bouwopgave in Nederland is groot, en de ruimte schaars. Dat vraagt om slimme keuzes, ook in de logistiek. Deze studie maakt duidelijk: wie nu investeert in goede bouwlogistiek, wint later op alle fronten – van CO₂-reductie tot leefbare wijken.
Bron: topsectorlogistiek.nl